VRAAG: 'Heb jij de Prediker gezien?'

ANTWOORD: aIk heb een zandworm gezien.'

VRAAG: 'Wat is er met die zandworm?'

ANTWOORD: 'Die schenkt ons de lucht die we inademen.'

VRAAG: 'Waarom vernietigen we dan zijn land?'

ANTWOORD: 'Omdat Shai-Hulud (vergoddelijkte zandworm) het beveelt.'

Raadsels van Arrakis van Harq al-Ada

A

Volgens Vrijmans gebruik stond de Atreides-tweeling een uur voor zonsopgang op. Ze gaapten en rekten zich uit in heimelijke eenheid in hun aangrenzende kamers en voelden de bedrijvigheid van de holenvest om hen heen. Ze hoorden bedienden in het voorvertrek het ontbijt bereiden, een eenvoudige pap met dadels en noten vermengd met vocht dat was afgeschept van gedeeltelijk gegiste specie. In het voorvertrek brandden gloeibollen en een zacht geel licht viel binnen door de boogvormige opening naar de slaapkamers. De tweeling kleedde zich snel in het zachte licht terwijl ze elkaar dichtbij hoorden. Zoals ze hadden afgesproken trokken ze een stilpak aan tegen de uitdrogende winden van de woestijn.

Even later ontmoette het koninklijke tweetal elkaar in het voorvertrek en ze merkten dat de bedienden plotseling zwegen. Men zag dat Leto een kakikleurige, met zwart afgezette cape droeg over het gladde grijze oppervlak van zijn stilpak. Zijn zuster droeg een groene cape. Elke cape werd aan de hals dichtgehouden door een gesp in de vorm van een Atreides-havikagoud met rode edelstenen als ogen.

Toen ze deze pracht zag, zei Harah, een van de vrouwen van Stilgar: aIk zie dat jullie je ter ere van je grootmoeder mooi aangekleed hebben.' Leto pakte zijn ontbijtkom voor hij naar Harahs donkere, door de wind gerimpelde gezicht keek. Hij schudde zijn hoofd. Toen zei hij: 'Hoe weet je of het niet ter ere van onszelf is?'

Harah beantwoordde zonder een spier te vertrekken zijn tartende blik en zei: 'Mijn ogen zijn net zo blauw als die van jou!'

Ghanima lachte hardop. Harah was altijd enorm bedreven in het Vrijmanse uitdaagspel. In een enkele zin had ze gezegd: 'Tart me niet, jongen. Jij bent dan wel van vorstelijke bloede, maar we dragen beiden het stigma van melangeverslavingaogen zonder wit. Welke Vrijman heeft behoefte aan meer opschik of meer eer dan dat?'

Leto lachte en schudde spijtig zijn hoofd. 'Harah lief, als je wat jonger was en niet met Stilgar getrouwd, dan zou ik je tot de mijne maken.'

Harah aanvaardde de kleine overwinning terloops en ze gebaarde naar de andere bedienden dat ze moesten doorgaan met het klaarmaken van de vertrekken voor de belangrijke gebeurtenissen van die dag. 'Eten jullie je ontbijt op,' zei ze. 'Vandaag hebben jullie de energie hard nodig.'

'Dan vind jij dus ook dat we niet te mooi zijn voor onze grootmoeder?' vroeg Ghanima met haar mond vol pap.

'Je moet niet bang voor haar zijn, Ghani,' zei Harah.

Leto slikte een mondvol pap door en keek Harah onderzoekend aan. De vrouw was verduiveld wijs en ze doorzag het hele spel met de opschik dus heel vlug. 'Zal zij denken dat we bang voor haar zijn?' vroeg Leto.

'Waarschijnlijk niet,' zei Harah. 'Ze was onze Eerwaarde Moeder, weet je. Ik ken haar.'

'Wat had Alia aan?' vroeg Ghanima.

'Ik heb haar niet gezien.' Harah sprak kortaf en draaide zich om.

Leto en Ghanima wisselden een blik vol gedeelde geheimen en bogen zich vlug over hun ontbijt. Even later liepen ze de grote centrale gang in.

Ghanima sprak in een van de oude talen die ze in hun genetische overlevering gemeen hadden: 'Dus vandaag hebben we een grootmoeder.'

'Het zit Alia geweldig dwars,' zei Leto.

'Wie zou er graag zo'n gezag prijsgeven?' vroeg Ghanima.

Leto lachte zachtjes, een vreemd volwassen geluid uit zo'n jeugdig lijf. 'Er zit meer achter.'

'Zullen de ogen van haar moeder zien wat wij gezien hebben?' 'Waarom niet?' vroeg Leto.

'Ja... Dat zou kunnen zijn waar Alia zo bang voor is.' 'Wie herkent een Gruwel beter dan een andere Gruwel?' vroeg Leto.

'We zouden ons kunnen vergissen, weet je,' zei Ghanima.

'Maar dat doen we niet.' En hij haalde het Azharboek van de Bene Gesserit aan: 'Het is met reden en verschrikkelijke ervaring dat we de voortijdig bewusten een Gruwel noemen. Want wie weet wat voor verdoolde en verdoemde persoonlijkheid uit ons kwaadaardig verleden het levend vlees in bezit kan nemen?'

'Ik ken het verhaal,' zei Ghanima. 'Maar als dat waar is, waarom hebben wij dan niet te lijden van die innerlijke belegering?'

'Misschien waken onze ouders over ons,' zei Leto.

'Waarom heeft Alia dan geen wachters?'

'Dat weet ik niet. Misschien wel omdat een van haar ouders nog leeft. Misschien komt het eenvoudig doordat wij nog jong en sterk zijn. Misschien als we ouder zijn en cynischer...'

'We moeten met deze grootmoeder heel erg op onze hoede zijn,' zei Ghanima.

'En niet over die Prediker praten die al ketterend over onze planeet rondzwerft?'

'Je denkt toch niet echt dat hij onze vader is!'

aIk oordeel niet over hem, maar Alia is bang voor hem.'

Ghanima schudde beslist haar hoofd. aIk geloof die Gruwel-onzin niet!'

'Jij hebt evenveel herinneringen als ik,' zei Leto. 'Je kunt geloven wat je wilt geloven.'

'Jij denkt dat het komt doordat wij de specietrance niet hebben aangedurfd en Alia wel,' zei Ghanima.

'Precies.'

Ze zwegen en liepen tussen de stroom mensen mee door de centrale gang. Het was koel in Vest Tabr, maar de stilpakken waren warm en de tweeling liet de condenskappen op hun rug achter hun rode haar hangen. Hun gezichten verraadden het stempel van gemeenschappelijke genen: gulle monden, de wijd uiteenstaande blauw met blauwe ogen van de specieverslaafde.

Leto was de eerste die de komst van hun tante Alia opmerkte.

'Daar komt ze,' zei hij, als waarschuwing overschakelend op de slagveldtaal van de Atreides.

Ghanima knikte haar tante toe toen Alia voor hen stilstond en ze zei: 'Een oorlogsbuit begroet haar roemrijke verwant.' Door gebruik te maken van dezelfde taal, Chakobsa, benadrukte Ghanima de betekenis van haar eigen naamaOorlogsbuit.

'Je ziet, geliefde tante,' zei Leto, 'dat wij ons voorbereiden op de ontmoeting van vandaag met je moeder.'

Alia, de enige persoon in de drukke vorstelijke huishouding die geen enkele verbazing koesterde over volwassen gedrag van deze kinderen, keek ze om beurten woedend aan. En toen: 'Hou je mond, jullie allebei!'

Alia's bronskleurige haar was naar achteren saamgebonden in twee gouden waterringen. Op haar ovale gezicht lag een frons en de brede mond met de onderdrukte genotzuchtige trek was een rechte streep. Een waaier van zorgelijke rimpeltjes vertoonde zich aan de hoeken van haar blauw-met-blauwe ogen.

'Ik heb jullie gewaarschuwd hoe jullie je gedragen moeten/ zei Alia. 'En jullie weten net zo goed als ik waarom.'

'We kennen jouw redenen, maar misschien ken jij de onze niet,' zei Ghanima.

'Ghani!' gromde Alia.

Leto staarde zijn tante scherp aan en zei: 'Juist vandaag zullen we niet voorwenden dat we onnozele kinderen zijn!'

'Niemand wil dat jullie onnozel doen,' zei Alia. 'Maar wij achten het onverstandig als jullie mijn moeder op gevaarlijke gedachten brengen. Irulan is het met me eens. Wie weet wat voor rol Vrouwe Jessica zal kiezen? Ze is tenslotte een Bene Gesserit.'

Leto schudde verwonderd zijn hoofd. Waarom ziet Alia niet wat wij vermoeden? Is ze te ver heen? En hij lette heel scherp op de kleine erfelijke trekjes in Alia's gezicht die de aanwezigheid verraadden van haar grootvader van moeders kant. Baron Vladimir Harkonnen was geen aangenaam persoon geweest. Onder het kijken voelde Leto zijn eigen onrust vaag de kop opsteken en hij dacht: Hij is ook mijn voorvader.

Hij zei: 'Vrouwe Jessica werd opgeleid om te heersen.'

Ghanima knikte. 'Waarom kiest ze dit tijdstip om terug te keren?'

Alia trok een lelijk gezicht. En toen: 'Is het mogelijk dat ze gewoon haar kleinkinderen wil zien?'

Ghanima dacht: Daar hoop jij op, beste tante. Maar het is verdomd onwaarschijnlijk.

'Ze kan hier niet heersen,' zei Alia. 'Ze heeft Caladan. Dat moet genoeg zijn.'

Ghanima zei sussend: 'Toen onze vader de woestijn in ging, stelde hij jou aan als regent. Hij...' 'Heb je klachten?' vroeg Alia.

'Het was een redelijke keus,' zei Leto die in het spoor van zijn zuster trad. 'Jij was de enige persoon die wist hoe het was om geboren te worden zoals wij geboren werden.'

'Er gaan geruchten dat mijn moeder tot de Zusters is teruggekeerd,' zei Alia, 'en jullie weten alle twee hoe de Bene Gesserit denkt over een...'

'Gruwel,' zei Leto.

'Ja!' snauwde Alia.

'Eens een heks, altijd een heksaluidt het gezegde,' zei Ghanima.

Zuster, je speelt gevaarlijk spel, dacht Leto, maar hij ging voort met wat zij begonnen was en zei: 'Onze grootmoeder was een vrouw van groter eenvoud dan anderen van haar soort. Jij deelt haar herinneringen, Alia; jij moet toch weten wat je kan verwachten.'

'Eenvoud!' zei Alia hoofdschuddend terwijl ze om zich heen keek in de drukke gang en toen weer naar de tweeling. 'Als mijn moeder minder ingewikkeld was, zouden jullie hier geen van tweeA

Een soort huivering doortrok haar schouders. 'Ik waarschuw jullie, wees vandaag heel voorzichtig met wat je doet.' Alia keek op. 'Daar komt mijn lijfwacht.'

'En je denkt nog steeds dat het voor ons te gevaarlijk is om met je mee te gaan naar de ruimtehaven?' vroeg Leto.

'Wacht hier,' zei Alia. aIk breng haar mee.'

Leto wisselde een blik uit met zijn zuster en zei: 'Je hebt ons heel vaak verteld dat de herinneringen van degenen die ons zijn voorgegaan, een bepaalde bruikbaarheid missen tot we met ons eigen vlees genoeg hebben ervaren om ze echt te maken. Mijn zuster en ik geloven dat. Wij voorzien gevaarlijke veranderingen door de komst van onze grootmoeder.'

'Hou dat vooral goed in gedachten,' zei Alia. Ze draaide zich om, werd omringd door haar lijfwacht en daarna liepen ze snel door de gang naar de staatsie-ingang waar ornithopters op hen stonden te wachten.

Ghanima veegde een traan uit haar rechteroog.

'Water voor de doden?' fluisterde Leto, zijn zuster bij de arm nemend.

Ghanima haalde adem in een diepe zucht en bedacht hoe ze haar tante had waargenomen, op de manier die ze het beste kende vanuit haar totale voorouderlijke ervaring. 'Kwam het door de specietrance?' vroeg ze terwijl ze al wist wat Leto zou zeggen.

'Weet jij iets beters?'

'Maar waarom denk jij dan dat onze vader daaraan niet ten onder ging... of zelfs onze grootmoeder?'

Hij keek haar een ogenblik aan. Toen zei hij: 'Jij weet het antwoord net zo goed als ik. Zij hadden een vaste persoonlijkheid toen ze naar Arrakis kwamen. De specietranceatja...' Hij haalde zijn schouders op. 'Zij kwamen niet, al bezeten door hun voorouders, ter wereld. Maar Alia...'

'Waarom geloofde ze de waarschuwingen van de Bene Gesserit niet?' Ghanima kauwde op haar onderlip. 'Alia had dezelfde informatiebronnen als wij.'

'Ze noemden haar toen al een Gruwel,' zei Leto. 'Vind jij het niet verleidelijk om uit te vinden of jij sterker bent dan al die...'

'Nee, ik niet!' Ghanima wendde haar ogen af van de onderzoekende blik van haar broer en huiverde. Ze hoefde haar genetische geheugen maar te raadplegen en de waarschuwingen van de Zusters namen levendige vormen aan. Voortijdig bewusten hadden duidelijk de neiging volwassenen met nare gewoonten te worden. En de waarschijnlijke oorzaak... Weer huiverde ze.

'Jammer dat we niet een paar voortijdig bewusten onder onze voorouders hebben,' zei Leto.

'Misschien hebben we die wel.'

'Maar dan zouden we... Aha, ja, de oude onbeantwoorde vraag: Hebben we waarlijk toegang tot de complete ervaringswereld van elke voorouder.'

Door zijn eigen innerlijke verwarring wist Leto dat dit gesprek voor zijn zuster erg verontrustend moest zijn. Ze hadden deze vraag vele malen overwogen, maar altijd zonder tot een slotsom te kunnen komen. Hij zei: 'We moeten uitstellen, uitstellen en nog eens uitstellen, telkens wanneer ze aandringt dat wij de trance ondergaan. Uiterste voorzichtigheid met een overdosis specie; dat is onze beste koers.'

'Een overdosis zou behoorlijk groot moeten zijn,' zei Ghanima.

'Onze drempel is waarschijnlijk tamelijk hoog,' was hij het met haar eens. 'Kijk maar eens hoeveel Alia nodig heeft.'

'Ik heb medelijden met haar,' zei Ghanima. 'De verleiding moet heel subtiel en arglistig geweest zijn, steeds dichterbij sluipend tot...'

'Ze is een slachtoffer, ja,' zei Leto. 'Gruwel.' 'We kunnen het mis hebben.' 'Inderdaad.'

'Ik vraag me altijd af,' mijmerde Ghanima, 'of de volgende voorouderlijke herinnering die ik zoek de herinnering zal zijn die...'

'Het verleden is niet verder weg dan je hoofdkussen,' zei Leto.

'We moeten een gelegenheid scheppen om dit met onze grootmoeder te bespreken.'

'Daarop dringt haar herinnering in mijn innerlijk ook aan,' zei Leto.

Ghanima keek hem aan. Toen zei ze: 'Te veel kennis maakt een beslissing nooit eenvoudig.'

A

De Vest aan de rand van de woestijn

Was van Liet, van Kynes, Van Stilgar en van Muad'Dib.

En wederom van Stilgar.

De Naibs slapen zij aan zij in 't zand,

Maar de Vest houdt stand,

uit een Vrijmans lied

A

Alia voelde haar hart bonken toen ze bij de tweeling vandaan liep. Enkele kloppende seconden lang had ze heel dicht bij de drang verkeerd bij hen te blijven en hun om hulp te smeken. Wat een dwaze zwakheid! De herinnering aan dat moment maakte Alia stil en behoedzaam. Zou deze tweeling de voorzienigheid durven beoefenen? Het pad waardoor hun vader was opgeslokt moest hen toch lokkenaspecietrance met zijn toekomstvisioenen die als sluiers in een grillige wind wapperden.

Waarom kan ik de toekomst niet zien? vroeg Alia zich af. Hoe ik het ook proheer, waarom ontglipt hij me?

De tweeling moest gedwongen worden het te proberen, nam ze zich voor. Het was mogelijk ze ertoe te verleiden. Ze hadden de nieuwsgierigheid van kinderen en die was verbonden met herinneringen die duizenden jaren bestreken.

Net zoals ik die heb, dacht Alia.

Haar lijfwachten openden de vochtzegels van de staatsie-ingang van de vest en gingen terzijde staan terwijl zij naar buiten stapte op de landingsrichel waar de ornithopters wachtten. Er stond een wind uit de woestijn die stof door de hemel blies, maar het was een heldere dag. Nu ze uit de met gloeibollen verlichte vest in het daglicht trad sprongen haar gedachten naar buiten.

Waarom keerde Vrouwe Jessica op dit tijdstip terug? Waren er geruchten overgewaaid naar Caladan, verhalen over hoe het regentschap werd...

'We moeten ons haasten, Vrouwe,' zei een van de wachters met stemverheffing om boven het geluid van de wind uit te komen.

Alia liet zich in haar ornithopter helpen en maakte de veiligheidsgordel vast, maar haar gedachten renden met grote sprongen voor haar uit.

Waarom juist nu?

Toen de ornithopter zijn vleugels uitsloeg en het toestel slippend de lucht in gleed, voelde ze de praal en de macht van haar positie als tastbare zakenamaar ze waren broos, o, zo broos!

Waarom nu, nu haar plannen nog niet volvoerd waren?

Het stofwaas dreef over, trok op en ze zag het heldere zonlicht over het veranderende landschap van de planeet: brede stroken groene vegetatie waar eens verschroeide aarde had overheerst.

Zonder toekomstvisioen zou ik kunnen falen. O, wat zou ik een wonderen kunnen verrichten, als ik maar kon zien zoals Paul zag! De verbittering die door de voorzienige visioenen werd meegebracht is voor mij niet weggelegd.

Plotseling schokte er een folterende honger door haar heen en ze wilde dat ze de macht kon afleggen. O, te zijn als anderen warenablind in die veiligste aller blindheden, met alleen het hypnotische half-leven te leven waarin de schok van de geboorte de meeste mensen deed belanden. Maar nee! Zij was als Atrides geboren, slachtoffer van dat eeuwen-diep-gaande bewustzijn, veroorzaakt door haar moeders specieverslaving.

Waarom keert mijn moeder vandaag terug?

Gurney Halleck zou bij haar zijnaimmer de toegewijde dienaar, de gehuurde doder met zijn lelijke voorkomen, trouw en oprecht, een muzikant die moordenaartje speelde met een steekpen of met het zelfde gemak de mensen vermaakte op zijn negensnarige baliset. Sommigen zeiden dat hij de minnaar van haar moeder was. Dat was iets dat ze moest zien uit te vissen; het zou een zeer waardevolle hefboom kunnen blijken.

Het verlangen te zijn zoals anderen gleed van haar af.

Leto moet tot de specietrance verlokt worden.

Ze herinnerde zich dat ze de jongen had gevraagd hoe hij Gurney Halleck zou aanpakken. En Leto, die allerlei bijbedoelingen in haar vraag bespeurde, had gezegd dat Halleck 'te' loyaal was en daarna: 'Hij aanbad... mijn vader.'

Ze had de kleine aarzeling opgemerkt. Leto had bijna 'mij' gezegd in plaats van 'mijn vader'. Ja, het was soms moeilijk de genetische herinneringen te scheiden van de samenklank van levend vlees. Gurney Halleck zou dat onderscheid voor Leto niet makkelijker maken.

Een harde lach kroop om Alia's mond.

Gurney had verkozen na de dood van Paul met Vrouwe Jessica naar Caladan terug te keren. Zijn terugkeer zou veel dingen in de war sturen. Als hij terugkwam op Arrakis zou hij zijn eigen ingewikkeldheden nog toevoegen aan de al bestaande paden. Hij had Pauls vader gediendaen de opvolging verliep aldus: van Leto r naar Paul en dan naar Leto n. En vanuit het Bene Gesserit teeltprogramma: van Jessica naar Alia en dan naar Ghanimaaeen vertakkende lijn. Doordat Gurney de verwarring van identiteit verhoogde, zou hij bruikbaar kunnen zijn.

Wat zou hij doen als hij ontdekte dat wij het bloed van de Harkonnens in ons dragen, de Harkonnens die hij zo bitter haat?

De glimlach om Alia's mond werd van beschouwelijke aard. De tweelingen waren tenslotte nog kinderen. Ze waren net kinderen met talloze ouders, wier herinneringen zowel aan anderen als aan henzelf toebehoorden. Ze zouden op de richel van Vest Tabr staan kijken naar het spoor van het schip van hun grootmoeder dat in het Arrakeenbekken landde. Die vurige streep van een voortsnellend schip die zichtbaar was aan de hemelazou die Jessica's aankomst voor haar kleinkinderen echter maken?

Mijn moeder zal wel naar hun opleiding vragen, dacht Alia. Of ik de prana b'mdu-disciplines wel oordeelkundig verdeel. En ik zal haar vertellen dat ze zichzelf oefenenanet als ik. Ik zal de woorden van haar kleinzoon voor haar aanhalen: 'Onder de verantwoordelijkheden van het bevel bevindt zich ook de noodzaak tot straffen... maar alleen als het slachtoffer erom vraagt.'

Alia bedacht toen ineens dat als ze de aandacht van Vrouwe Jessica maar scherp genoeg op de tweeling kon richten, dat anderen dan zouden kunnen ontsnappen aan een grondiger onderzoek.

Zo iets was mogelijk. Leto leek heel erg op Paul. En waarom niet? Hij kon Paul zijn wanneer hij maar wilde. Zelfs Ghanima bezat dat verpletterende vermogen.

F redes zoals ik mijn moeder kan zijn of elk van de anderen die hun levens met me hebben gedeeld.

Ze wendde zich van die gedachte af en staarde naar het langs-schietende landschap van de Pantsermuur. En toen: Hoe is het om de warme veiligheid van het waterrijke Caladan te verlaten en terug te keren naar Arrakis, naar deze woestijnplaneet waar haar Hertog werd vermoord en waar haar zoon een martelaarsdood stierf?

Waarom kwam Vrouwe Jessica op dit tijdstip terug?

Alia vond geen antwoordaniets zekers. Ze kon het ego-bewustzijn van een ander delen, maar als de ervaringen verschilden, liepen de motiveringen ook uiteen. Het materiaal voor beslissingen berustte in de eigen handelingen die door individuele personen werden genomen. Voor de voortijdig bewuste, de veelvoudig bewuste Atreides, bleef dit de hoogste werkelijkheid, op zichzelf weer een soort geboorte: het was de absolute scheiding van levend, ademend vlees als dat vlees de moederschoot verliet, die het had behept met een veelvoudig bewustzijn.

Alia zag er niets vreemds in dat ze haar moeder tegelijk liefhad en haatte. Het was een noodzaak, een verplicht evenwicht zonder ruimte voor schuld of verwijt. Waar kon liefhebben of haten ophouden? Moest men de Bene Gesserit verwijten maken omdat zij Vrouwe Jessica op een bepaalde koers hadden gezet? Schuld en verwijt werden vaag als het geheugen duizenden jaren bestreek. De Zusters hadden er alleen naar gestreefd een Kwisatz Haderach te telen: de mannelijke tegenhanger van een volledig ontwikkelde Eerwaarde Moeder... en meeraeen man met een superieure gevoeligheid en bewustzijn, de Kwisatz Haderach die op vele plaatsen tegelijk kan zijn. En Vrouwe Jessica, die in dat teeltprogramma slechts een pion was, had de slechte smaak gehad verliefd te worden op de teeltpartner die haar was toegewezen. Toegevend aan het verlangen van haar geliefde Hertog bracht ze een zoon ter wereld in plaats van de dochter die de Zusters haar als eerstgeborene hadden opgedragen.

Zodat ik pas werd geboren nadat ze aan de specie verslaafd was geraakt! En nu willen ze me niet. Nu zijn ze bang voor me! En terecht...

Ze hadden Paul, hun Kwisatz Haderach, een generatie te vroeg bereiktaeen kleine misrekening in een plan dat zich verder uitstrekte. En nu hadden ze een nieuwe moeilijkheid: de Gruwel, die de kostbare genen droeg waarnaar ze al zoveel generaties op zoek waren.

Alia voelde een schaduw overglijden en ze keek omhoog. Haar escorte nam de hoge bewakingspositie in die vooraf ging aan de landing. Ze schudde haar hoofd, verwonderd over haar afdwalende gedachten. Wat voor nut had het oude levens op te rakelen en hun vergissingen bij elkaar op te tellen? Dit was een nieuw leven.

Duncan Idaho had zijn mentat-bewustzijn ingeschakeld voor de vraag waarom Jessica op dit tijdstip terugkeerde; hij had het probleem onderzocht op de menselijke computermanier die zijn gave was. Hij zei dat ze terugkeerde om de tweeling voor de Zusters over te nemen. De tweeling bezat die kostbare genen ook. Duncan kon best eens gelijk hebben. Dat zou genoeg zijn om Vrouwe Jessica uit haar zelfopgelegde afzondering op Caladan los te maken. Als de Zusters het bevel gaven... Tja, waarom zou ze anders terugkeren naar een landschap waarin zoveel was gebeurd dat voor haar verbijsterend pijnlijk moest zijn?

'We zullen zien,' mompelde Alia.

Ze voelde dat de ornithopter neerkwam op het dak van haar burcht, een dwingende en schokkende onderbreking die haar met verbeten verwachtingen vulde.

Kinderen van Duin
titlepage.xhtml
Kinderen van Duin_split_000.htm
Kinderen van Duin_split_001.htm
Kinderen van Duin_split_002.htm
Kinderen van Duin_split_003.htm
Kinderen van Duin_split_004.htm
Kinderen van Duin_split_005.htm
Kinderen van Duin_split_006.htm
Kinderen van Duin_split_007.htm
Kinderen van Duin_split_008.htm
Kinderen van Duin_split_009.htm
Kinderen van Duin_split_010.htm
Kinderen van Duin_split_011.htm
Kinderen van Duin_split_012.htm
Kinderen van Duin_split_013.htm
Kinderen van Duin_split_014.htm
Kinderen van Duin_split_015.htm
Kinderen van Duin_split_016.htm
Kinderen van Duin_split_017.htm
Kinderen van Duin_split_018.htm
Kinderen van Duin_split_019.htm
Kinderen van Duin_split_020.htm
Kinderen van Duin_split_021.htm
Kinderen van Duin_split_022.htm
Kinderen van Duin_split_023.htm
Kinderen van Duin_split_024.htm
Kinderen van Duin_split_025.htm
Kinderen van Duin_split_026.htm
Kinderen van Duin_split_027.htm
Kinderen van Duin_split_028.htm
Kinderen van Duin_split_029.htm
Kinderen van Duin_split_030.htm
Kinderen van Duin_split_031.htm
Kinderen van Duin_split_032.htm
Kinderen van Duin_split_033.htm
Kinderen van Duin_split_034.htm
Kinderen van Duin_split_035.htm
Kinderen van Duin_split_036.htm
Kinderen van Duin_split_037.htm
Kinderen van Duin_split_038.htm
Kinderen van Duin_split_039.htm
Kinderen van Duin_split_040.htm
Kinderen van Duin_split_041.htm
Kinderen van Duin_split_042.htm
Kinderen van Duin_split_043.htm
Kinderen van Duin_split_044.htm
Kinderen van Duin_split_045.htm
Kinderen van Duin_split_046.htm
Kinderen van Duin_split_047.htm
Kinderen van Duin_split_048.htm
Kinderen van Duin_split_049.htm
Kinderen van Duin_split_050.htm
Kinderen van Duin_split_051.htm
Kinderen van Duin_split_052.htm